Mogelijkheden voor zomeronderzoek

Een onderzoeksprogramma is een georganiseerd professioneel netwerk van onderzoekers die fundamenteel wetenschappelijk onderzoek doen. De oorspronkelijke term is gebruikt door wetenschapsfilosoof Emile Zolani om het algemeen gebruikte model van wetenschappelijke methode, namelijk de normale wetenschap van Karl Popper en zijn falsificatiemethodologie, te combineren en aan te passen. Het onderzoeksprogramma kan worden gezien als het netwerk of de matrix van alle wetenschappen, in het bijzonder natuurkunde, sterrenkunde en scheikunde. Het netwerk van onderzoeksprogramma’s is tot stand gekomen op basis van tal van vergelijkbare maar sterk uiteenlopende modellen. De meest algemene modellen zijn een werkbaar model met een vaste set van principes en een dynamisch proces (APA-stijl), een machtswetnetwerk met meerdere knooppunten, of een gestuurd netwerk met een centrale waardefunctie die niet bepalend, stochastisch, of tot op zekere hoogte niet-intuïtief.

Het veld van toegepaste wetenschappen heeft in de loop van de tijd uitgebreide beschrijvingen ontwikkeld van hun kernmethodologie en kernonderzoekstechnieken, en deze zijn van invloed geweest bij de ontwikkeling van verschillende nieuwe modellen van wetenschappelijke onderzoekprogrammeurs. De onderzoekprogrammeur of kernmethodologie is de gemeenschappelijke noemer die bijna alle verschillende beschrijvingen van onderzoek dat in verschillende delen van de wetenschappelijke gemeenschap wordt uitgevoerd, verenigt. Het veld heeft een rijke beschrijving van onderzoekprogrammeurs die doorgaans operationeel zijn, maar toch vaag genoeg om een ​​grote verscheidenheid aan mogelijke interpretaties mogelijk te maken.

De twee meest invloedrijke namen van de afgelopen jaren zijn de taalkundigen David Chalmers en John Dupree, die de negatieve heuristiek ontwikkelden. De negatieve heuristiek is een belangrijk ingrediënt in veel van de meer geavanceerde modellen van wetenschappelijke onderzoekprogrammeurs in de sociale wetenschappen. De negatieve heuristiek biedt een mechanisme voor het genereren van falsifieerbare voorspellingen uit empirische gegevens, in plaats van een puur berekenende methode voor het testen van hypothesen. De negatieve heuristiek kan worden gedefinieerd als een wiskundig sjabloon om te redeneren over significante patronen in sociaalwetenschappelijk onderzoek, en is uitgebreid gebruikt in sociaalwetenschappelijk onderzoek in een groot aantal disciplines.

Het zomerwetenschappelijk onderzoeksprogramma van de University of British Columbia (UBC) heeft onlangs een model geïntroduceerd dat bekend staat als het model voor gemengde strategieën. Deze flexibele en creatieve strategie biedt faculteitsleden de mogelijkheid om een ​​verscheidenheid aan statistische hulpmiddelen te gebruiken bij hun statistische analyse van sociaalwetenschappelijke onderzoeksprojecten. Deze flexibiliteit stelt onderzoekers in staat om voort te bouwen op eerder werk en tegelijkertijd nieuwe bevindingen op te nemen in hun eigen onderzoeksinspanningen. Met de groei van contingente technologieën die nu beschikbaar zijn voor bijna elk gebied van menselijke inspanningen, is het model met gemengde strategieën een bijzonder waardevol hulpmiddel voor faculteitsleden om tot hun beschikking te hebben. De flexibiliteit die inherent is aan het model met gemengde strategieën, maakt het een nuttige aanvulling op het zomerwetenschappelijk onderzoeksprogramma.

Een van de krachtigste krachten achter verandering op het gebied van onderzoek is een opkomende kloof tussen theoretische wetenschappers en experimentele wetenschappers. De experimentator probeert een bepaalde theoretische voorspelling te testen, terwijl de theoretische wetenschapper de voorspellende nauwkeurigheid van die theoretische voorspelling vaak test door te proberen deze te vervalsen. Het gevolg is dat de theoretische wetenschapper werk kan komen verrichten op gebieden die buiten zijn theoretische bevoegdheid vallen, en de experimentator kan de resultaten van zijn onderzoekprogrammeur niet gemakkelijk op dezelfde manier vervalsen. Als gevolg daarvan hebben trends in de theoretische natuurkunde de opkomende trends in de toegepaste natuurkunde maar langzaam ingehaald.

Het model met gemengde strategieën helpt het programma van de University of British Columbia deze kloof te overbruggen. Naast het feit dat het programma een breed scala aan statistische hulpmiddelen kan gebruiken, stelt het de faculteitsleden van het programma ook in staat om in verschillende richtingen te experimenteren. De gemengde strategie biedt niet alleen faculteitsleden meer onderzoeksmogelijkheden, maar kan ook leiden tot meer generalisatie van resultaten van bepaalde onderzoeksprojecten. Dit kan op zijn beurt een hulpmiddel zijn bij het beter formuleren van wetenschappelijke concepten en zelfs helpen bij het genereren van nieuwe onderzoeksmogelijkheden.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *